Het is in de mode om geen goede voornemens meer te hebben. Maar ik ben niet modieus en ik heb wel goede voornemen. Daarbij hoort onder andere meer sporten (meer dan niks dus) en afvallen.
Sporten is me al gelukt: ik ben weer lid geworden van mijn favoriete sportschool David Lloyd en inmiddels ben ik al een paar keer geweest en volg ik een trainingsplan. Oef.
Over afvallen schreef ik al eens een column in De Leunstoel, die ik hier in verkorte en geactualiseerde vorm nog maar eens plaats.
Deze garnalencroquetten van Brasserie Van Baerle mogen dus de komende maanden niet meer.
Je kunt wel zien hoe lekker ze zijn en hoe moeilijk het dieet-leven kan zijn.
Op dieet
Mijn zus was vijf kilo afgevallen met Sonja Bakker. Ze leek wel jonger en slanker en ze zag er prachtig uit. Dus dat kon ik niet op me laten zitten. Bovendien gaan we binnenkort op vakantie naar Spanje en dan wil ik er graag goed uitzien in mijn shortje en in mijn badpak.
Het is simpel: als je eet wat er wordt voorgeschreven val je af. Ik heb het nagerekend: je eet ongeveer 1000 calorieën per dag. Het werkte wel, maar het ging me al snel tegenstaan. Het succes van dit dieet is dat het zo vreselijk Hollands is. Dat bleek voor mij juist het probleem. Het hele boek geeft me een soort Frans Bauer-gevoel.
De eerste week viel ik wel twee kilo af. Toen kwamen de magere yoghurt en vooral het hele getut mijn neus uit. Hoewel je ook af en toe een krentenbol mag of een eierkoek. De Optimeldrink vond ik raar maar lekker.
Ik besloot het op een andere manier te proberen. De methode van Dokter Frank leek me ook aantrekkelijk, maar ook hier geldt: veel gedoe (voor de lunch een salade of warm eten) en helaas kreeg ik al na een week last van mijn maag. Ik eet liever een beschuitje als ontbijt.
Uiteindelijk ben ik teruggevallen op mijn eigen beproefde methode van calorieën tellen.
Ik maakte een excel-bestand en schreef precies op wat ik eet en zocht op hoeveel cal dat is.
Per dag mag ik dan niet meer dan 1000 en zeker per week niet meer dan 10.000 calorieën.
Het is onthullend om te zien hoeveel onzin je naar binnen werkt. Vooral de tussendoortjes en glaasjes wijn
zijn gênant. Als ik gewoon thuis zou blijven zitten en braaf zou zijn, zou het misschien nog lukken.
Om te beginnen eten we wel eens in een leuk restaurant. Dan doe ik erg mijn best om ‘magere’ gerechten te bestellen – geroosterde groente vooraf, gegrilde tonijn als hoofdgerecht.
Maar we gaan ook iedere week naar Café Bern. Daar is het gezellig, daar zie ik vrienden. Maar wat doe je in een café als je niet kunt drinken? Het ergste alternatief ligt dan voor de hand: ik ga een cigaretje bedelen. Om niet voor gek te zitten en toch een glas voor me op tafel te hebben, neem ik een maltbiertje. Ook stom, want daar zit weliswaar geen alcohol in, maar veel koolhydraten. Het mooie van maltbier is wel dat het vult, dus het compenseert de honger die je krijgt door niet te eten. Ook behoedt het je voor méér drinken. Zou je een glas wijn nemen, weet ik uit ervaring, dan is het volgende glas een kleine stap. Neem je een maltbiertje, dan pieker je er echt niet over om nóg een maltbiertje te bestellen.
De kaasfondue (specialiteit van Bern ),volgens mij zeker de beste van Amsterdam ,kan ik beter niet nemen, dan overeet ik me bovendien aan te veel brood.
Dus ik bestel een tomatensalade en steak pistou, waarbij ik probeer van de bijbehorende pasta af te blijven. Helaas drink ik toch nog drie glazen rode wijn. Het is gebrek aan beheersing, ik weet het wel.
De volgende dagen houd ik me precies aan de voorschriften van mijn 1000 calorieën-dieet. Zo gaat het weer een paar dagen goed en val ik nog een kilo af. Al drie kilo kwijt. Wil ik mijn zus evenaren, dan moet ik er nog maar twee.
Maar de week is nog niet om of er komen nieuwe beproevingen. Mijn vriendin belt huilend op: ‘Het is uit met Gerard.’ Ze had jarenlang een verhouding met een getrouwde man en die heeft het nu uitgemaakt (tot mijn grote opluchting). Moet je in zo’n situatie zeggen: ‘Sorry, maar helaas, ik ben op dieet’? Natuurlijk niet. Je drinkt gewoon met z’n tweeën een fles wijn op en daarna ga je giechelend naar een eetcafé op de hoek waar je te veel te vet eet.
Het is niet leuk om een dieet te volgen. Het is vervelend om niet gewoon te kunnen eten en drinken hoe het leven zich voordoet. Het is ook vervelend om je kleren niet meer aan te kunnen en je lichaam met het klimmen der jaren te zien veranderen. Soms moet je dus hard zijn en de moeilijke weg kiezen. Het is een curieuze combinatie van discipline en schuldgevoel.
‘En hoe gaat dat straks in Spanje?’, vraagt mijn man bezorgd. ‘Dan is het toch wel afgelopen met die onzin?’
Natuurlijk, zeg ik geruststellend, terwijl ik aan het dagelijkse croissantje denk dat ik niet kan laten staan. Maar mijn streefbroek en mijn renschoenen gaan wel mee in de koffer.
P.S. Wanneer wordt eens een handige lichtgewicht reisweegschaal uitgevonden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten